De vooruitgang die we de afgelopen anderhalve eeuw boekten, is de klimaatverandering waard, schrijft Ralf Bodelier. En waarom zouden we de klimaatverandering niet onder controle krijgen?
Dagblad Trouw
En weer verscheen een zwartgallig boekje over het klimaat, ditmaal met de titel ‘Optimisme zonder hoop’ van Tommy Wieringa. Somberder krijgt je het niet. Tijdens het schrijven ervan voelde Wieringa zich ‘echt ellendig‘. Het weinige dat hij nog tegenover de ‘klimaatcatastrofe’ weet te zetten, is afval rapen, een bosje planten en de schoonheid van het nu omarmen.
In zijn essay haalt Wieringa ook mij aan. ‘Filosoof Ralf Bodelier schreef dat de vooruitgang de klimaatcrisis waard was, mits we die nu weer oplossen. Zijn geloof in wonderen is niet van onnozelheid te onderscheiden’. De eerste zin klopt. Al verdient hij enige uitleg, die Wieringa helaas niet geeft.
Rond1850 begonnen we op grote schaal met het verbranden van kolen, later gevolgd door olie en gas. De enorme hoeveelheid energie die daarmee vrijkwam, werd de motor achter een vooruitgang zoals de wereld nooit eerder had gekend.
Dankzij de overvloedige energie uit fossiele brandstoffen ontwikkelden we nieuwe medicijnen, kelderde de kindersterfte, bouwden we stevige huizen, scholen en ziekenhuizen, legden we spoorwegen aan, reizen we de wereld rond en lieten onze economieën groeien. Met dank aan fossiele energie, schaften we zowel slavernij als kinderarbeid af: stoommachines namen het zware werk over.
Hoe meer energie we verbruikten, hoe sneller we vooruitschoten. Rond 1850 werd meer dan tachtig procent van de wereldbevolking geplaagd door honger en extreme armoede. Nu zijn beiden gedaald tot onder de tien procent.
In 1850 mochten pasgeborenen in Nederland hopen 40 jaar oud te worden. In armere landen was dat amper 30 jaar. Vandaag ligt de wereldwijde levensverwachting op 72 jaar en in Nederland op 82. Wereldwijd kregen we er dus een volledig leven aan levensverwachting bij. Voor iedereen die van het leven houdt – van dansen, vrijen, werken, studeren en wandelen – zijn die 42 extra jaren een godsgeschenk. Bovendien werden wij veel welvarender, veiliger, gelukkiger en gezonder. Zonder het verstoken van fossiele energie waren onze levens nog zo arm, kort en ellendig als in Van Goghs Aardappeleters uit 1885.
Dat we bij het verbranden van fossiele brandstoffen ook enorme hoeveelheden CO₂ uitstoten en zo het klimaat veranderden, is een pijnlijke keerzijde van een ontwikkeling die tientallen miljarden levens zo diepgaand verbeterde. In mijn afweging is deze vooruitgang de klimaatverandering echter waard – ja, mits we erin slagen deze onder controle te krijgen of de gevolgen ervan te beheersen. Of dat lukt, weet niemand. Maar er zijn tekenen van hoop.
Zo daalt de uitstoot van CO2 in alle moderne industrielanden. In de EU daalde de CO2-uitstoot sinds 1990 met meer dan één derde. Per hoofd van de bevolking zijn we in de EU terug op het niveau van 1957, in de VS op het niveau van 1940. Daarmee zijn we er nog lang niet, maar het begin is gemaakt. De uitdaging ligt nu bij landen als China en India – economieën die zeer recent uit de armoede klommen en daarvoor al net zoveel energie nodig hadden. Maar wat mogelijk is in het Westen, kan ook in Azië. Sterker nog, geen enkel land investeert momenteel zoveel in CO₂-vrije energie als China.
Met nog meer succes beschermen we ons tegen het veranderende klimaat. Dankzij dijken en waterkeringen, airconditioners en stormschuilplaatsen -alles gebouwd met fossiele energie- daalde de ‘klimaatgerelateerde sterfte’ in de afgelopen eeuw met meer dan 99 procent. Stierven in de jaren 1920 jaarlijks zo’n 450.000 mensen aan stormen, overstromingen, droogtes en hittegolven, in 2024 waren dat er minder dan 4500 – terwijl de wereldbevolking met zes miljard mensen groeide.
Klimaatverandering is een feit. Dat we ons er steeds beter tegen wapenen, is dat ook. Met alles wat we inmiddels weten en kunnen, is het mogelijk om de klimaatverandering én de gevolgen ervan verder aan te pakken. En gezien onze prestaties in het verleden, is het al even denkbaar dat we onze welvaart nog verder uitbreiden – tot ook de laatste tien procent van de wereldbevolking daarvan kan profiteren.
Ralf Bodelier organiseert met zijn organisatie CuriCos.nl ‘Abdijsessies’ rond hoop en vooruitgang.