De Volkskrant, 13 mei 2022
Ook al leven we in zwarte tijden en lijkt vooruitgang een term van gisteren, tóch gaat het goed met de wereld en blijven we onze levens verbeteren, betoogt Ralf Bodelier. Poetins vernietigingsoorlog in Oekraïne is niet de regel, het is de wrede uitzondering
Op 23 februari valt Rusland Oekraïne binnen. Meedogenloos nemen Russische soldaten Marioepol onder vuur. Rond Kyiv vullen ze massagraven met mannen, vrouwen en kinderen. Waarschijnlijk stierven in deze paar maanden oorlog al meer dan 30 duizend mensen. Dat is bijna de helft van het wereldwijde aantal oorlogsdoden uit 2021.
Ik vertel niets nieuws. Ook zal ik de enige niet zijn die de ellendige beelden uit Oekraïne niet verdraagt. Of die tot 23 februari niet kon geloven dat Poetin opnieuw steden zou verwoesten en duizenden onschuldige burgers verpletteren.
En nu, juist nu, in deze zwarte tijd, sta ik op het punt te beweren dat wij, wereldwijd, morele vooruitgang blijven boeken. Dat we minder bereid zijn om anderen schade toe brengen en meer bereid om hen te helpen. Dat we met #BlackLivesMatter en #MeToo gevoeliger worden voor racisme en seksisme. Dat onze ‘cirkels van betrokkenheid’ groter worden. Dat we niet meer, maar minder bezig zijn elkaar af te slachten, te onderdrukken of te vernederen. En dat veroveringsoorlogen alsmaar uitzonderlijker worden.
Ik begin dicht bij huis. Stel, een van de landen in de Europese Unie voert opnieuw de doodstraf in. Die wil ze voltrekken via de guillotine en door wurging met de garrote. Dat is een paal met een metalen band en een draaimechanisme. De beul legt deze band om de hals van de veroordeelde en draait hem slag voor slag aan.
Hoe zullen wij, Europeanen reageren? Ik vermoed dat onze verontwaardiging immens zal zijn. En dat we daarin niet alleen zullen staan. Wereldwijd geldt de doodstraf steeds vaker als gruwelijk, mensonwaardig en immoreel. Vorig jaar schaften Kazachstan en Sierra Leone de doodstraf af. Dit jaar doet Papoea-Nieuw-Guinea dat. Ooit had elk Nederlands stadje zijn martelkamer en galgenveld. Vandaag is de doodstraf in 108 landen verboden. Nog eens 33 landen voeren hem niet meer uit. In de Westerse wereld is de VS de uitzondering. Maar ook in Amerika neemt zowel het aantal executies als de steun voor de doodstraf fors af.
Het laatste Europese land dat de guillotine gebruikte, was Frankrijk. Dat was in 1977. Terwijl wij op de stranden van Marseille lagen, ging in diezelfde stad de moordenaar Hamida Djandoubi onder de valbijl. Tot 1974 werd ook de garrote nog gebruikt. Terwijl we massaal afreisden naar Benidorm en luisterden naar ABBA, veroordeelde een Spaanse rechter de Catalaanse anarchist Salvador Puig Antich tot de wurgpaal. 1974, dat was gisteren. Vandaag kunnen we ons bij de terugkeer naar de garrote en guillotine niets meer voorstellen.
Einde heksenjacht en slavernij
Morele vooruitgang valt niet uit de blauwe lucht. Onze grootste stappen zetten we in de 18de eeuw, in de tijd van de Verlichting. Voor het eerst wordt de slavernij als instituut bekritiseerd. Van de wereld van de Bijbel via het klassieke Athene en Rome tot in de late Middeleeuwen was het maken en houden van slaven evident. Ook morele helden als Socrates, Jezus of Thomas van Aquino zagen in de slavernij geen probleem. Slaafgemaakten hadden daar ongetwijfeld hun bedenkingen bij, maar naar hun mening werd niet gevraagd.
In de Verlichting wordt het aloude verschijnsel fel veroordeeld. ‘Slavernij’, aldus de filosoof Denis Diderot, ‘is een bedrijf dat alles schendt waar religie, moraliteit, natuurwetten en de rechten van de menselijke natuur voor staan.’ ‘Geen mens, rood, zwart of wit geboren, kan het eigendom zijn van zijn medemens’, schreef de Haïtiaans-Franse generaal Toussaint L’Ouverture.
Vergelijkbaar is de omslag in het denken over hekserij. Het bijbelboek Exodus stelt dat ‘heksen niet in leven mogen blijven’. Van het Romeinse Rijk tot in de 18de eeuw worden als heks veroordeelden verbrand of levend begraven. Dat de ongelukkigen daarmee niet instemden, laat zich raden. Ook hen werd niets gevraagd. Het is de verlichtingsfilosoof Voltaire die heksenprocessen definieert als ‘legale moorden, gepleegd als gevolg van fanatisme, domheid en bijgeloof’. Nog tijdens zijn leven komt aan deze wreedheid een einde. Althans in Europa.
Al even fel reageren verlichtingsdenkers op het martelen van mensen. Eeuwenlang is het voor de kerk en de staat normaal om ketters en verdachten op de pijnbank te leggen. Halverwege de 18de eeuw fileert Cesare Beccaria de argumentatie achter het martelen. Vervolgens kan Beccaria niet om de conclusie heen dat martelen ronduit ‘wreed en barbaars’ is. Wanneer een land vandaag folteren legitimeert, waaronder het ‘waterboarden’ onder president Bush, roept dat wereldwijde afschuw op.
Slavernij en heksenverbranding zijn verdwenen, martelen en doodstraf staan sterk onder druk. Met het voeren van veroveringsoorlogen is het al niet anders. Eeuwenlang waren dit soort oorlogen aan de orde van de dag. Als vanzelfsprekend veroverde Nederland Suriname en de Indonesische Archipel. Eind 18de eeuw formuleerde Immanuel Kant een set praktische aanbevelingen om aan het voeren van oorlog een einde te maken. Op het moment dat hij zijn Naar de eeuwige vrede schrijft, voeren maar liefst twintig vorstendommen oorlog met elkaar op het grondgebied dat later Duitsland wordt.
Het is goed om de historische trend niet uit het oog te verliezen. Vandaag is de Russische invasie de uitzondering op de regel. Expliciete steun voor het Poetinregime komt enkel uit pariastaten als Belarus, Eritrea, Noord-Korea en Syrië. Het grootste deel van de wereldgemeenschap keert zich tegen de Russische dictator. Wie te veel belangen heeft in Rusland, onthoudt zich van oordeel.
In Europa komt al 75 jaar geen oorlog tussen staten meer voor. Überhaupt is het grootste deel van de wereld vandaag oorlogsvrij. Het jaarlijkse aantal slachtoffers is dan ook enorm gedaald. Stierven in 1950 nog 24 op de honderdduizend mensen wereldwijd aan oorlogsgeweld, in 1980 waren het er nog zeven. In 2020 was het één op de honderdduizend. Vergeleken met 1950 is dat een daling van 96 procent.
Eén dictator, Vladimir Poetin, start een verwoestende oorlog. In de vrije wereld komen miljoenen overeind om de gevolgen te beperken. Meer dan vijf miljoen Oekraïners staken inmiddels de grens over naar Europa. Bijna acht miljoen mensen zijn ontheemd in Oekraïne zelf. En al die vluchtelingen worden geholpen door een veelvoud aan andere mensen. In het westen van Oekraïne. In Polen, Duitsland of Nederland. Geholpen door gewone mensen, waarvan de meesten nog nooit met een Oekraïner spraken. Helpers die tijd, plaats en geld vrijmaken die ze ook hadden kunnen besteden aan Netflixen, vakantie of een nieuwe keuken. Ook dat is morele vooruitgang.
Het zijn feiten, cijfers en getallen. Zij maken onze vooruitgang inzichtelijk. En er valt, denk ik, weinig tegenin te brengen. Maar wanneer ik ze noteer, voel ik me ongemakkelijk. Toon ik me met deze data en historische trends niet ongevoelig ten opzichte van de Oekraïense slachtoffers? En ten opzichte van degenen die ook vandaag nog leven in een dictatuur of lijden onder racisme of seksisme?
Toch is het cijfermatig vergelijken van het heden met het verleden de enige manier om te bepalen waar we staan. Om te weten of we vooruitgang blijven boeken. Ook is het goed om juist in deze zwarte tijd te benoemen wat goed gaat. Wellicht kunnen we ons met Immanuel Kant optrekken aan de hoop dat we ooit afscheid zullen nemen van het verschijnsel oorlog. We namen immers ook afscheid van de heksenjacht en de slavernij, het brengen van mensenoffers, van het spietsen, radbraken en van de garrote. Stilstaan bij onze morele vooruitgang kan ons aanmoedigen werk te blijven maken van een betere wereld voor iedereen.
Morele vooruitgang betekent niet dat veldslagen, executies of folteren morgen verdwenen zijn. Was het maar waar. We leven niet, zoals dr. Pangloss uit Voltaires Candide, in ‘de beste van alle werelden’. Amnesty International en Human Rights Watch zitten nog lang niet om werk verlegen. Toch blijven de data bemoedigend. Wie terugkijkt in de geschiedenis ziet niet alleen het geweld afnemen, maar ook de maatschappelijke acceptatie ervan. Persoonlijk vind ik het nu onvoorstelbaar dat ik mijn inmiddels 25-jarige zoon als drenzende kleuter klappen voor zijn broek gaf. Toch werd het ouders pas in 2007 verboden om hun kinderen te slaan, te schoppen, te bijten en te knijpen.
Humanisme
Dat de denkers van de Verlichting zo’n forse stap vooruitzetten, danken we aan hun focus op de voorspoed en het geluk van concrete individuen. De individuen kunnen welvarender en gelukkiger worden wanneer ze vrij zijn om hun levens zelf vorm te geven. En dat lukt dan weer door er zelfstandig over na te denken en er met anderen over te spreken. In die vrijheid zijn we niet alleen in staat om eigen meningen te vormen, maar ook om onze eigen leiders te kiezen. Geen regeringsvorm leent zich daar beter voor dan onze liberale democratie.
Volgens de verlichtingsfilosoof Montesquieu moeten in zo’n democratie controlemechanismen worden ingebouwd, waaronder het evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Montesquieu besefte maar al te goed dat vrijheid en democratie kunnen worden gekaapt. Telkens weer dienen ze te worden doordacht en, vooral, verdedigd. In woord en geschrift, in parlementen en voor rechtbanken. En wanneer het echt niet anders kan, met geweren en kanonnen.
Poetin strijdt tegen de idealen van de Verlichting. Zijn doel is niet het bevorderen van de voorspoed en het geluk van 144 miljoen individuele Russen of 44 miljoen Oekraïners. Laat staan het stimuleren van de vrijheid of de democratie. Voor Poetin zijn de Russen geen verzameling concrete individuen. In zijn optiek vormen ze een organisch samenhangend lichaam dat zich uitdrukt in een almachtig leider. Rusland is een levend organisme dat kan worden beledigd, vernederd en gekwetst. En dat vervolgens het recht heeft om zich te wreken en de kwetsuur ongedaan te maken. De angst en het bloed van de tienduizenden knullen die Poetin naar Oekraïne stuurt, zijn mest op de velden van de Russische toekomst.
In de 18de eeuw beseften de filosofen van de Verlichting dat het vooropstellen van de vrijheid, de voorspoed en het geluk van concrete mensen nooit vanzelfsprekend zal zijn. Vandaag is het al niet anders. Ook al kunnen we ons niet meer voorstellen om te martelen, heksen te verbranden of de garrote weer in te voeren, onze morele vooruitgang is niet gegarandeerd. Telkens weer is zij het resultaat van verlichte idealen en verlichte praktijken. Van vrijheid en onderwijs, van debat en politieke strijd. Het is een strijd die we ook kunnen verliezen.
Het is dan ook goed om rekening te houden met het onvoorstelbare. Dat niet Oekraïne maar Poetin zal winnen. Dat het machtige China zich alsnog aan Russische zijde zal scharen. En dat in het vrije, democratische Westen illiberale krachten de overhand krijgen. Dan zullen decennia aan morele vooruitgang worden teruggedraaid.
Daarom moet Poetin deze oorlog verliezen. Daarom moeten we vluchtelingen opvangen, ons bevrijden van Russisch olie en gas en Oekraïne blijven voorzien van houwitsers, tanks en luchtdoelraketten. Het belangrijkste wapen tegen dictators als Poetin zijn de waarden van de Verlichting.