Het is amper voor te stellen, maar tot 1973 stond homoseksualiteit nog in het Amerikaanse handboek van psychiatrische stoornissen. Inmiddels zegt 71% van de Amerikanen voorstander te zijn van het homohuwelijk. Dat blijkt uit de jaarlijkse Values and Beliefs-enquête van onderzoeksbureau Gallup.
In 1996, het eerste jaar dat Gallup deze vraag stelde, zag nog maar een kwart (27%) het homohuwelijk zitten. Sindsdien is de steun gestaag gegroeid. Het omslagpunt kwam in 2011: dat jaar was voor het eerst meer dan helft van de Amerikanen voorstander. De bijval is het grootst onder jonge, niet-kerkelijke democraten. Maar ook in subgroepen die traditioneel de meeste weerstand bieden verschuift de stemming. Volwassenen van 65 jaar en ouder werden in 2016 overwegend voorstander. De meerderheid van de protestanten werd dat in 2017 en die van de republikeinen in 2021.
Grootste oppositie komt van wekelijkse kerkgangers
De grootste weerstand zit bij Amerikanen die wekelijks naar de kerk gaan. Van hen is slechts 40% voor en 58% tegen. Zij verzetten zich niet alleen tegen het homohuwelijk in eigen land, ze zijn ook een drijvende kracht achter de anti-homobeweging in een aantal Afrikaanse landen. Evangelische en conservatieve anti-homo en anti-abortusgroepering uit de Verenigde Staten organiseren er congressen en mobiliseren parlementariërs.
Maar ook in Afrika is er een beweging de andere kant op. Sinds de jaren 90 haalden negen Afrikaanse landen homoseksualiteit uit het wetboek van strafrecht. Zuid-Afrika was in 2006 het vijfde land in de wereld dat het homohuwelijk erkende. En het hooggerechtshof in Namibië oordeelde in mei dat buitenlandse homohuwelijken in het land erkend moeten worden.
Hoe verandert de wereldwijde moraal? Daarover gaat onze Abdijsessie ‘Van heksenjacht tot homohuwelijk’. Kijk hier voor meer informatie en data.