Financieel Dagblad
Soms prijs ik me gelukkig een man te zijn. Dat doe ik zeker eens per twee jaar wanneer mijn vrouw naar de pletbus moet voor een onderzoek naar borstkanker. Het is een rauw en pijnlijk onderzoek.
Je vraagt je af of er nu niets anders te bedenken valt dan het platdrukken van borsten tussen twee platen van plexiglas. Wanneer wij, mannen, eens per twee jaar onze kloten moesten laten testen op teelbalkanker, was er ongetwijfeld een heel wat aangenamere methode uitgevonden.
Afijn. Teelbalkanker staat niet in de top tien van de meest voorkomende kankersoorten, borstkanker staat daar wel tussen, samen met longkanker en dikkedarmkanker. Het is dan ook goed dat alles op alles wordt gezet om deze kankers terug te dringen, de borstenpletbus incluis. En gelukkig gaat dat terugdringen langzaam maar zeker de goede kant op. Bij vrouwen bij wie nu borstkanker wordt geconstateerd, is vijf jaar na de diagnose nog 87 procent in leven. In 1999 was dat nog 80 procent. Ook bij andere kankersoorten klimmen de overlevingskansen procentje voor procentje omhoog. Bij dikkedarmkanker steeg de overlevingskans sinds 1999 van 55 naar 65 procent en zelfs bij longkanker, tweede doodsoorzaak in Nederland, steeg het overleven van 12 procent naar 18 procent.
En toch lijken meer en meer mensen te sterven aan ‘K’. Zo heette kanker in een tijd dat je nog maar amper van de ziekte hoorde. Een van de verklaringen is dat we domweg meer mensen kennen. Ook accepteren we niet meer dat iemand aan zoiets onbenulligs als ‘ouderdom’ sterft. Bij elk overlijden hoort een welomschreven oorzaak. Ooit kenden we louter de honderden mensen uit het dorp of de wijk. Afgelopen weken hoorden we ook dat bekend- en beroemdheden als Cees Kamer (Utopia), Martin Elferink (man van André van Duijn), Roger Scruton (filosoof) Neil Peart (Rush) en Qaboos (Sultan van Oman) aan kanker waren overleden.
De belangrijkste verklaring is echter dat het aantal mogelijkheden om te overlijden fors is afgenomen. Omdat we vrijwel niet meer sterven door moord, oorlog, onthoofding, radbraken, kielhalen, honger, cholera, lepra, malaria, difterie, tuberculose, tetanus, pest, pokken en cholera, is de kans flink toegenomen dat we sterven aan kanker. We zullen toch ergens aan dood moeten gaan?